Deze phegeavlinder is een dagactieve nachtvlinder uit de familie van de spinneruilen en de onderfamilie van de beervlinder

De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 34 en 40 millimeter. Het vrouwtje heeft een dik lijf) en het mannetje een slank lijf.  Hij hoort bij de familie van de Spinneruilen, meer specifiek bij de onderfamilie de beervlinders wat duidt op de harige rupsen van deze soorten. Het is een echte fladderaar die er met zijn opvallende kleurtekening (als de zon er op schijnt) best bijzonder uitziet. De phegeavlinder vliegt van eind mei tot half augustus in één generatie per jaar. De rups overwintert in een spinselnest en verpopt in de maand mei onder de grond en komt als vlinder een jaar later weer tevoorschijn

Waardplanten van de rups zijn weegbree, zuring, walstro,  grassen, paardenbloem, duifkruid, en andere lage planten.
Nectarplant: De vlinders zijn vooral op de bramen te zien, maar drinken ook nectar op andere bloemen.

Deze vlinder kent een beperkt verspreidingsgebied in Nederland. Een soort met populaties in de noordelijke helft van Limburg (Arcen), het aangrenzende deel van Noord-Brabant en in de buurt van Bergen op Zoom; op de vliegplaatsen soms talrijk aanwezig. Buiten de bekende populaties worden af en toe zwervers aangetroffen, soms op grote afstand van de genoemde gebieden.